Zwart
Een zwarte muis hoort over zijn gehele lichaam intens en egaal zwart te zijn met een gezonde glans op de vacht. Ook alle delen van de extremiteiten zijn zo zwart mogelijk. De ogen zijn zwart.
Er zijn genetisch 3 verschillende zwart in de muizenhobby;
Extreem zwart (ae/ae) heeft enkel zwarte haartjes en vaak ook beter gepigmenteerde extremiteiten en heeft zeker de voorkeur op tentoonstellingen.
Extreem zwart (ae/ae)
Gewoon zwart (a/a) heeft ietwat bruinere extremiteiten en typisch zijn de gele haartjes in en rond de oren en rond de anus, geslachtsdelen en tepels. Met veel werk en geduld kan gewoon zwart net zo goed gekleurd en gepigmenteerd als extreem zwart gefokt worden.
Gewoon zwart (a/a) (slecht astrex)
Deze muis heeft erg last van de foute tan haartjes op zijn flanken en keel en lichte oksels.
Sepia (a/a cch/cch) is een vorm van c-dilutie en heeft grijs-achtige extremiteiten en vaak een grijze tint over de vacht. Deze vorm van zwart is daardoor het minst geschikt voor tentoonstellingen. De haartjes die bij gewoon zwart geel zouden zijn, zijn bij sepia wit.
Soms kan het verschil tussen gewoon zwart en sepia moeilijk te zien zijn, vooral bij volwassen dieren. Bij de jongen in het nest kan men wel beter het onderscheid maken door naar de kleur van de haartjes in de oren te kijken; bij gewoon zwart zijn deze tankleurig en bij sepia zijn ze wit. Deze “truc” werkt ook bij andere kleurvarianten om het verschil tussen de ‘echte’ kleur en de c-dilutie vorm te herkennen.
Om de kleur te verbeteren heeft de fokker niet veel keuze van andere variëteiten. Tannen, agouti’s, choco en rood zullen de gele haartjes vermeerderen en versterken. Getekende variëteiten (witte vlekken), vooral het recessieve bont, kunnen een witte staartpunt, buikvlekjes en witte teentjes teweeg brengen. Ook c-diluties en roodoog kunnen de kwaliteit van de kleur aantasten als de muis er drager voor is en ze kunnen bovendien slechte pigmentatie van de extremiteiten verbergen. Het beste voor zwart is dus om ze absoluut kleurzuiver te houden. Zo heeft men in latere generaties ook geen last van andere kleuren die in de nesten blijven verschijnen.
Wat we wel kunnen gebruiken om de gele haartjes weg te werken en de extremiteiten donkerder en beter gepigmenteerd te maken zijn roet-genen. Roet-genen zijn de modifiers, zoals umbrous (U*) en sombre (Eso*), die sabels hun donkere rug (roet) geven. De enige variëteiten die zichtbaar roet-genen kunnen hebben zijn agouti en rood. Een agouti of rode muis met een zeer donkere rug zouden dus wel als verbetering kunnen dienen bij zwart, maar zorg dan dat ze niet te rood zijn van kleur. Een blauwe muis die veel te donker is zou ook nog kunnen, maar dan heb je weer als nadeel dat er in latere generaties blauw in je nesten kan zitten. Gebruik geen echte sabel aangezien deze ook tan hoort te hebben en dat zal de gele haartjes in de flanken weer vermeerderen/verstrerken.
Een agouti met veel roet
Als men dan toch genoodzaakt is een andere kleur in te fokken, om bijvoorbeeld het type te verbeteren, gebruik dan liever geen roodoog variëteiten, deze zijn meestal gefokt om juist een lichte kleur te hebben (en dus geen roet-genen). Zeker geen wit roodoog, want deze kan allerlei kleuren en/of tekeningen verbergen. Een goede siamees zou nog wel eens kunnen lukken aangezien deze de roet-genen ook nodig heeft om goede points te hebben.
Als men geen zwarte muizen kan vinden om mee te beginnen, kan men ze proberen zelf te ‘maken’. Het simpelste is 2 agouti’s of 2 rode of een agouti en een rode te kruisen die zwart dragers zijn (liefst met veel roet). Zo verkrijgt men in de eerste generatie al zwart en heeft men geen last van andere recessieve kleuren die in latere generaties de kop op kunnen steken. Zwart tan zou geen goed idee zijn omdat men dan zeker met hardnekkige tan haartjes te maken krijgt. Als deze niet beschikbaar zijn, dan geld dat men 2 effen kruist die niet dezelfde recessieve kleur hebben zoals choco met duifgrijs of blauw met siamees. Gebruik geen lilac, champagne, zilver e.d. aangezien deze meer dan 1 recessieve kleur bevatten.