Terminologie
Wie wat over de verschillende variëteiten muizen opzoekt zal waarschijnlijk heel wat termen tegenkomen. Dit kan verwarrend zijn en daarom worden ze soms ook verkeerd gebruikt, dus zal ik hier een woordje uitleg geven.
Om te beginnen gebruik ikzelf vaak de term 'variëteiten'. Hiermee bedoelen we de verschillende kleuren, tekeningen en haarstructuren die de kleurmuis kan vertonen.
Voor de rest zijn er ook verschillende termen om het type van muis aan te geven. Deze termen vertellen je waar de muizen vandaan komen en waarvoor ze gebruikt worden of verwijzen naar bepaalde uiterlijke kenmerken. De kleurmuis komt welliswaar in verschillende variëteiten en types voor, maar het gaat steeds om dezelfde soort en er worden geen rassen erkend. De volgende termen verwijzen dus allemaal naar de soort Mus musculus.
Huismuis
De huismuis (of wilde muis) is de wilde vorm van Mus musculus. Deze zijn klein met kleine oortjes en wildkleurig (agouti) en leven in en rond gebouwen. Ze zijn heel schuw en bijterig en worden dus ook best niet in gevangenschap gehouden. Hier hebben we immers onze gedomesticeerde vorm al voor.
Kleurmuis
Met kleurmuis (of tamme muis) bedoelen we de gedomesticeerde vorm van Mus musculus. Alle onderstaande types vallen ook onder deze term en het doelt niet op specifieke uiterlijke kenmerken, maar gewoon over de gedomesticeerde huismuis in het algemeen. Vergelijk het maar met de wolf en de hond; de eerste is de wilde vorm en de laatste is de gedomesticeerde vorm, maar ze zijn allebei dezelfde soort.
Geschriften uit Japan, China, Griekenland, Egypte en het oude Rome leren ons dat de huismuis al ver voor de jaartelling gehouden werd en dus behoord de kleurmuis tot een van de eerste gedomesticeerde dieren. De naam kleurmuis komt van het feit dat gedomesticeerde huismuizen in allerlei kleuren en patronen voorkomen.
Showmuis
Showfokkers die meedoen aan keuringen hebben kleurmuizen die qua bouw en uiterlijk zo dicht mogelijk aan de standaard voldoen. Deze showmuizen (of kleurmuizen van het showtype) zijn dubbel zo groot als een wilde huismuis, steviger gebouwd, hebben grotere oren en een dikkere staart.
De term word helaas vaak verkeerd gebruikt, zeker door mensen die denken zo hun dieren beter te kunnen verkopen en er een hogere prijs voor te kunnen vragen. Om aan deze term te voldoen moeten de dieren zelf of minstens de ouders van de dieren ook effectief aan keuringen meedoen. Een muis van het showtype hoeft niet perse een showmuis te zijn, maar moet minstens een bouw hebben die goed op een keuring zou scoren.
Voedermuis en dierenwinkelmuis
Voedermuizen zijn net zo klein als wilde huismuizen en meestal albino. Ze worden in dierenwinkels verkocht om als voedsel te dienen voor roofdieren. Soms komen ze ook in andere kleuren voor en zijn ze iets groter om aantrekkelijker te zijn voor mensen die een huisdiertje zoeken, dan worden ze ook wel dierenwinkelmuis genoemd.
Ze komen helaas bijna allemaal van de broodfok en dat betekend dat ze onder dieronvriendelijke omstandigheden gefokt zijn om er winst uit te maken. Mensen die een roofdier als huisdier of voor de hobby houden (fret, slang, roofvogel, e.d.) kunnen echter ook terecht bij hobby- en showfokkers, want die hebben vaak dieren teveel. Het is niet voor iedereen een leuke gedachte dat muizen als voer dienen, maar roofdieren moeten ook eten en die muizen kunnen dan toch maar beter van een diervriendelijke bron komen.
Labmuis
Er worden over de hele wereld kleurmuizen in laboratoria gehouden, dit zijn de zogenaamde labmuizen. Ze komen in allerlei kleuren en maten voor en worden gebruikt om testen op uit te voeren ter verbetering van de menselijke gezondheid. Deze muizen zijn niet toegankelijk voor het ‘gewone’ publiek, je kan ze niet kopen.
Mus musculus is een modelorganisme van de mens voor genetisch en biologisch onderzoek. Dat betekend dat de fysiologie van de huismuis voor een groot deel overeen komt met dat van de mens en dat ze dus uitermate geschikt zijn om genen en ziektes te bestuderen en mogelijke oplossingen voor die ziektes op te testen.
Huisdier type
Huisdier type (pet type in het Engels) verwijst naar kleurmuizen die groter zijn dan voedermuizen, maar niet zo gebouwd als showmuizen. Ze kunnen van dierenwinkels of hobbyfokkers afkomstig zijn. Deze term verwijst dus meer naar het uiterlijk van de muis dan naar zijn doel of afkomst.
Dierenwinkelmuizen zijn dus van het huisdier type, maar kleumuizen van het huisdier type zijn niet perse dierenwinkelmuizen.
Engelse muis
Een term die eigenlijk zo goed als altijd verkeerd word gebruikt is de ‘Engelse muis’.
In Engeland zijn ze al heel lang bezig met het keuren en volgens de standaard fokken van de kleurmuis. Deze showmuizen zijn vaak erg gewild in het buitenland en dus zijn er soms fokkers die naar Engeland reizen om er naar shows te gaan kijken en dieren mee naar huis te nemen. Soms werd er naar deze geïmporteerde dieren verwezen met de term ‘Engelse muizen’.
Nu word deze term vaak verkeerd geïnterpreteerd en zijn er mensen die de term ‘Engelse muis’ zijn gaan gebruiken om aan te geven dat de desbetreffende dieren van het showtype zijn. Het gaat soms zelfs zo ver dat ze denken of beweren dat deze muizen een andere soort zijn. Deze mensen zijn vaak niet helemaal thuis in de showomgeving en showfokkers zullen zelf deze term ook niet meer gebruiken. Het gaat vaak om mensen die niet genoeg over het showen weten of de term gebruiken om hun dieren beter te verkopen en aan een hogere prijs.