B-locus (chromosoom 4) – choco

De B-locus heeft 2 (hier aanwezige) allelen, B en b. De locus zorgt voor een vermindering in zwart pigment naar bruin en laat geel pigment ongemoeid.

B – wildtype allel

Het dominante B-allel heeft geen effect en word hierdoor ook wel het wildtype allel genoemd.

b - choco

Het recessieve b-allel zorgt in homozygote vorm (b/b) voor een verdunning van het zwart pigment tot een chocolade-bruine kleur.

Een choco agouti (A/* b/b) word een cinnamon genoemd. De zwarte delen van de haren zullen een chocoladebruine kleur krijgen en de gele band in het midden blijft bestaan, hierdoor toont de muis bijna helemaal bruin, maar met een ‘geticked’ effect.

Op basis van zwart (a/a b/b) word de muis volledig chocolade bruin van kleur en noemt choco.

Op basis van rood (A^y/* b/b) gebeurd er niet veel meer met de kleur omdat choco geen effect heeft op rood pigment en een rode muis geen zwart pigment heeft en dus is rood met of zonder choco ook niet snel van elkaar te herkennen.  Het kan wel de zwarte schijn die het soms op de rug vertoont (roet of sootiness) deels wegnemen.

Een ander allel dat geacht word ook in de muizenhobby voor te komen is cordovan (b^c). Het heeft quasi hetzelfde effect als choco (b), maar met een intensere en donkerdere tint als resultaat. Cordovan is dominant tegenover choco. Er bestaat wat discussie over of we toch niet cordovan hebben in plaats van choco, aangezien choco ook voor een soort vuurgloed in de ogen zou moeten zorgen.